Van was tot blik: Juliette Minchin smelt in een Ottomaanse hamam in Istanbul


De Zeyrek Çinili hammam, een majestueuze tempel van hygiëne, staat in een straat in Istanbul vol met voornamelijk slagerskramen, hangende karkassen en schapenkoppen. Twee jaar geleden heropende dit Ottomaanse gebouw, gebouwd rond 1540 door de beroemde keizerlijke architect Sinan, na een dertien jaar durende renovatie. De werkzaamheden, onder leiding van de nieuwe eigenaar, de Marmara Group, resulteerden ook in een archeologische opgraving. De opgravingen leidden tot de oprichting van een interessant klein historisch museum over de hammam, zijn tijdloze technische werking, tussen water en vuur, en zijn rituelen van reiniging en lichaamsverzorging.
Aan de binnenplaatszijde draagt een metalen constructie met een koepel clusters van wasgordijnen in een tint die half vlees, half steen is. Dit is het eerste werk in de tentoonstelling van Juliette Minchin, een opkomende Franse kunstenares met twee diploma's van de École des Arts Décoratifs et des Beaux-Arts in Parijs: sinds de heropening heeft de locatie een programma voor hedendaagse kunst dat in het najaar samenvalt met de Biënnale van Istanbul, waarvan het een satellietvoorstelling is. Deze spookachtige koepel, die lijkt op een kleedkamer, grenst aan die van de hamam, waarvan de tientallen stervormige dakramen aan de buitenkant zijn bekroond met glazen stolpen.
Je hebt nog 64,57% van dit artikel te lezen. De rest is gereserveerd voor abonnees.
Le Monde