"Stefano Benni was betoverd door de dampende panzerotti", herinneringen aan Maralfa, Genisi en Introna.

Er waren Memorino, Lucifero en Alì met Don Biffero en Don Bracco; er was de ConDominio van Bessico met zijn komisch angstige krijgers die op zoek waren naar een ongemakkelijke waarheid; er was het profetische "Terra!", waarin onze planeet met grote moeite een Vierde Wereldoorlog overleefde; er was de Eerste Man met de Hoed die door de haven van Brigantes zwierf. En dan waren er de vaste klanten van de "Bar Sport" die er voorzichtig mee waren om niet in de Luisona te bijten. Er was de liefde, die misschien vroeg of laat komt, maar bovenal was er hij, Stefano Benni.
Zijn wereld heeft generaties lezers met vreugde en gelach vervuld. Hij was gevuld met unieke, vreemde, onvolmaakte mannen en vrouwen, maar toch gemakkelijk te beminnen en te herkennen in het dagelijks leven.
Stefano Benni wordt ook herinnerd door verschillende Apulische schrijvers, waaronder Gabriella Genisi, die zegt hem jaren geleden te hebben ontmoet via een uitgeverijagent. Het was geen directe kennismaking, maar eerder een vaste lezerskring: "Zijn boeken zijn onvergetelijk; in Bar Sport is de beschrijving van de Luisona, de eeuwenoude brioche die in de etalages van bepaalde oude bars hangt, inmiddels een cultklassieker."
Marcello Introna twijfelt er niet aan: "Hij is de enige schrijver die me aan het lachen maakte, alsof ik met vrienden aan het dollen was, de enige. Ik denk dat hij misschien wel de beste Italiaanse schrijver is, ook omdat hij volledig vrij was van die saaie gedachtestroom, die slecht geschreven zinnen van vijftig pagina's die niets betekenen. Hij had een fantastische stijl, en, ik herhaal, hij is de enige die me aan het lachen maakte, alsof ik met mijn vrienden was."
Chicca Maralfa's herinnering is helder: "Die dag in 2015 brulde de Panter niet in een papieren jungle, maar in een keuken in Bari, bij mij thuis, boven een bord dampende panzerotti. Naast hem, alsof hij uit een hoofdstuk van "Fleet-Foot Achilles" kwam, was Pasquale Donvito, een rondtrekkende Feltrinelli-agent, zoals altijd oprecht en glimlachend, met een Gep Gambardella-gezicht en de uitstraling van iemand die je ervan overtuigt dat zelfs relaties met auteurs na verloop van tijd hechte vriendschappen kunnen worden. Ik bakte, zij praatten op het terras, en in de keuken vermengden olie, woorden en een beetje magie zich: want als een dichter aan tafel zit, kan zelfs een panzerotto Baol worden, een geheim om te koesteren."
La Gazzetta del Mezzogiorno