WHO ontkent dat er meer hulp beschikbaar is in Gaza

De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) ontkende dinsdag dat er sprake was van een aanzienlijke toename van humanitaire hulp in Gaza, zoals gemeld door de Israëlische autoriteiten. Ook sprak ze van een "catastrofale situatie" in het lokale gezondheidssysteem.

Het hoofd van het WHO-kantoor voor de bezette Palestijnse gebieden, Rik Peeperkorn, zei via videoconferentie dat de hulp “helemaal niet het noodzakelijke niveau bereikt”, ondanks dat Israël onlangs garandeerde dat er voor dit doel een pauze in de gevechten zou worden ingelast.

Volgens Peeperkorn komt dat deels door de trage en bureaucratische procedures, maar ook doordat Israël de invoer van bepaalde goederen, waaronder medische goederen, blijft blokkeren.

De WHO-functionaris herinnerde eraan dat tijdens het staakt-het-vuren dat enkele weken van kracht was, tussen half januari en maart, dagelijks tussen de 400 en 600 vrachtwagens Gaza binnenreden. Dit leidde niet alleen tot verlichting van de honger onder de bevolking, maar ook tot een daling van de voedselprijzen en een diversificatie van de voedselvoorziening, wat hielp bij de bestrijding van ondervoeding.

Op het gebied van de gezondheidszorg kon de WHO in deze periode de ziekenhuisreserves aanvullen.

"Dat gebeurt nu allemaal niet", aldus Peeperkorn. Hij voegde eraan toe dat de organisatie van plan is om ziekenhuisafdelingen te bevoorraden, vooral in het licht van het nieuwe offensief dat is aangekondigd door het Israëlische leger, dat van plan is Gaza-Stad te bezetten.

Momenteel functioneert de helft van de ziekenhuizen en een derde van de centra voor eerstelijnszorg slechts gedeeltelijk of met een zeer beperkte capaciteit. In alle gevallen is het aantal patiënten twee tot drie keer groter dan de capaciteit.

"We hebben ook een ernstig tekort aan medicijnen en benodigdheden. Minstens 52% van de medicijnen en 68% van de benodigdheden zijn uitverkocht", benadrukte hij.