Muziekpromotors die de toekenning van het Iconica-festival in twijfel trekken, doen een beroep op Transparantie en de Andalusische Ombudsman.

De 16 muziekpromotors die enkele weken geleden het gebrek aan transparantie van de gemeenteraad van Sevilla aan de kaak stelden bij de toekenning en verlenging van het contract voor het gebruik van de Plaza de España voor het Icónica-muziekfestival, hebben een beroep gedaan op de Raad voor Transparantie en de Ombudsman van Andalusië. Ze willen dat de gemeenteraad hen de administratieve dossiers verstrekt, opgesteld door het team van de gemeente en het gemeentelijk toerismebedrijf, met betrekking tot de ontwikkeling van het evenement en de verlenging tot 2031 van de overeenkomst met het bedrijf dat het momenteel organiseert. Deze verlenging werd afgelopen mei bevestigd.

In een verklaring die vrijdag werd vrijgegeven, stelden de muziekpromotoren: "Het gebrek aan transparantie in de administratieve dossiers, waardoor er na de wettelijke termijn geen toegang toe was, in combinatie met de verklaringen van politieke leiders van de gemeenteraad van Sevilla, waarin in de plenaire vergadering werd aangekondigd en verklaard dat er een contract met Iconica liep van 2021 tot 2025 en dat dit voor zes jaar was verlengd, tot 2031, roept bij de 16 muziekpromotoren grote twijfels en tegenstrijdigheden op, wat de gemelde vermeende onregelmatigheden versterkt."

De gemeenteraad kondigde de verlenging van het contract met Iconica aan tijdens een plenaire vergadering afgelopen mei. Een paar dagen geleden gaf de burgemeester van Sevilla, José Luis Sanz, echter toe dat ze de toekomst van deze concerten bestudeerden. "Deze kwestie wordt momenteel geregeld", verklaarde hij in een interview met Europa Press.

Tot de verzoeken van de initiatiefnemers behoren onder meer het toekennings- en/of vergunningsdossier voor het gebruik van Plaza de España, een openbare ruimte die op de lijst van cultureel erfgoed staat; de documenten die zijn verwerkt voor de ondertekening van het contract met de initiatiefnemer Green Cow SL, en de verlenging of herondertekening daarvan; en informatie over de gevolgde procedures om het beheer van het evenement en, indien van toepassing, de ruimte over te dragen aan het gemeentelijk toerismebedrijf Contursa.

De meldende instanties trekken het feit in twijfel dat sommige gemeenteambtenaren de afgelopen maanden, in plaats van te spreken over een contract, verwezen naar een overeenkomst. Deze tegenstrijdigheden, zo stellen zij, onderbouwen de noodzaak dat alles rondom Iconica "door het Openbaar Ministerie (OM) moet worden opgehelderd". Bronnen dicht bij de meldende instanties geven aan dat zij deze stap zullen zetten zodra de procedures bij het Transparantiebureau en de Ombudsman zijn afgerond.

De organisatoren vestigen ook de aandacht op andere verklaringen van het aanbestedende bedrijf aan El Correo de Andalucía , waarin het verklaarde dat "er al gewerkt werd aan de programmering voor volgende zomer" en dat, volgens de overeenkomst met de gemeenteraad, "de vereiste vergunningen jaarlijks werden aangevraagd bij de afdeling Stadsontwikkeling en Milieu" voor het evenement. Deze verklaringen "voeden het vermoeden dat de gemeenteraad mogelijk de implementatie, zoals wettelijk vereist, van een transparant en open proces voor alle muziekpromotors die geïnteresseerd zijn in het organiseren van concerten op Plaza de España zal vermijden", stellen de klagende instanties in de verklaring. De organisator, die Icónica beheert, stelt, zoals zij aan deze krant vertelde, dat de gemeente geen aanbesteding kan uitschrijven voor een project dat zij volledig zelf heeft ontworpen.

Met 277.000 bezoekers heeft Icónica zich ontwikkeld tot het grootste privé-evenement in Sevilla en het derde belangrijkste economische evenement, na de Heilige Week en de Aprilkermis. De burgemeester sprak ook zijn steun uit voor de voortzetting van dit evenement op de Plaza de España, een van de meest herkenbare en erkende monumenten in de Andalusische hoofdstad, ondanks kritiek op de mogelijke impact op een BIC (cultureel erfgoed) en de beperkingen op de openbare toegang tijdens de festivalmaanden.