In de politiek gaat niet alles

Sinds de oprichting van het elektronisch platform van de Entiteit voor Transparantie door het Grondwettelijk Hof zijn afgevaardigden van de Vergadering van de Republiek en leden van de regering op gecentraliseerde wijze de zogenaamde “enkele verklaring” gaan indienen. Dit document behandelt al uw rapportageverplichtingen op grond van Wet nr. 52/2019 van 31 juli en het Statuut van Afgevaardigden, met name met betrekking tot activa, inkomsten, aandelen in ondernemingen, uitgeoefende functies en mogelijke situaties van onverenigbaarheid of belemmering.
Eén vraag blijft echter: kan deze verklaring openbaar worden gemaakt nadat deze is gepresenteerd?
Wij hebben allemaal recht op toegang tot bestuurlijke informatie, ook die informatie die betrekking heeft op het functioneren van overheidsorganen. Dit grondwettelijk recht (artikel 268.2) wordt versterkt door het beginsel van transparantie dat geldt voor de uitoefening van het openbaar ambt, met name het politieke ambt. Het publiceren van verklaringen heeft tot doel belangenconflicten te voorkomen en het vertrouwen van de burgers in instellingen te versterken.
In hetzelfde grondwetsartikel wordt echter uitdrukkelijk erkend dat de toegang tot informatie verenigbaar moet zijn met de fundamentele rechten, zoals het recht op privacy en op bescherming van persoonsgegevens (artikelen 26 en 35 van onze Grondwet), met name als het gaat om gevoelige informatie, zoals bankgegevens, gegevens over onroerend goed of informatie betreffende derden.
Voor de openbare raadpleging van de verklaringen gelden echter wel formele vereisten. Elke burger kan een verzoek tot raadpleging indienen, zonder mogelijkheid tot reproductie, maar dit is afhankelijk van een verzoek met identificatie van de aanvrager. Dit houdt in dat hij of zij het formulier moet invullen dat beschikbaar is via het Elektronisch Platform van de Entiteit voor Transparantie, in de zone Openbare toegang.
Indien de Transparantie-entiteit van mening is dat het consultatieverzoek onduidelijk is, zal zij de aanvrager om verduidelijking vragen. Het verzoek loopt altijd het risico te worden afgewezen, omdat een rigoureuze analyse van de aard van de gegevens, de geschiktheid en het doel ervan vereist is, waarbij elke willekeurige openbaarmaking wordt beperkt (artikel 17.5 van Wet nr. 52/2019, artikelen 17 tot en met 19 van de Algemene Verordening Gegevensbescherming nr. 258/2024 en Wet nr. 58/2019 daarvan).
Er is geen sprake van een systeem van ‘automatische publicatie’ of ‘algemene beschikbaarheid’ van de verklaringen, wat een versterkte bescherming van de privacy betekent.
De afgevaardigden die deel uitmaken van de werkgroep voor het registreren van belangen hebben nu realtime toegang tot het Elektronisch Platform van de Entiteit voor Transparantie en tot alle unieke verklaringen die door hun collega's aan de Vergadering van de Republiek en door leden van de Regering zijn ingediend, met het oog op de uitoefening van de taken en bevoegdheden zoals vastgelegd in het Statuut van Afgevaardigden.
Met andere woorden, het gaat hier om toegang die voortvloeit uit een “functionele plicht” met het oog op het controleren van de levering, de naleving en de mogelijke analyse van belangenconflicten, die “beperkt is tot het wettelijke doel” en valt onder de “geheimhoudingsplicht” zoals voorzien in artikel 9 van de Gedragscode voor de Leden van de Vergadering van de Republiek en in artikel 5 van het Reglement van Orde van de Vergadering van de Republiek.
Een ieder die in het kader van de uitoefening van publieke of institutionele taken informatie openbaar maakt, deelt of gebruikt die buiten de door de wet of zijn taken toegestane reikwijdte valt, schendt de plicht tot functionele geheimhouding en kan civiel- en strafrechtelijk aansprakelijk worden gesteld. Burgerlijke aansprakelijkheid, aangezien dergelijke indiscrete handelingen schade kunnen berokkenen aan de houder van de verklaring en dus de plicht tot schadevergoeding met zich meebrengen voor schendingen van de persoonlijkheidsrechten (privéleven, eer, imago, goede naam), zoals de ongeoorloofde openbaarmaking van gevoelige gegevens (artikelen 70, 80 en 483 van het Burgerlijk Wetboek). Strafrechtelijke aansprakelijkheid voor het misdrijf van schending van de geheimhoudingsplicht wordt bestraft met een gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of een geldboete van ten hoogste 240 dagen (artikel 195 van het Wetboek van Strafrecht).
In een democratie gelden regels en zijn afgevaardigden, net als alle burgers, onderworpen aan de plichten die in de Grondwet zijn vastgelegd. Het gelijkheidsbeginsel verbiedt privileges die gebaseerd zijn op functies. Onethisch gedrag en gedrag dat de instelling in diskrediet brengt, moeten altijd worden vermeden. Dat is in ieder geval wat er is gebeurd in de zaak die de premier momenteel behandelt. In de politiek, net als in het leven, geldt: niet alles gaat goed.
observador